Na grote ingrepen zoals heupoperaties moeten patiënten voor langere tijd tromboseprofylaxe gebruiken om het risico op trombose te beperken. Vóór het stoppen met de tromboseprofylaxe moet de voorschrijver goed evalueren of dit mogelijk is, zoals blijkt uit onderstaande melding.
Melding
Een man moet zes weken dalteparine (Fragmin®) spuiten na een grote ingreep vanwege een gebroken heup. Na zes weken komt de man voor controle op de polikliniek. Het valt de arts op dat de man nog moeizaam loopt en dat zijn been rood, pijnlijk en gezwollen is. De arts legt dit vast in het dossier van de man, maar schrijft geen nieuw recept dalteparine uit. Ongeveer anderhalve maand later belandt de man op de spoedeisende hulp afdeling met een ernstige tromboflebitis.
Analyse
Artsen bepalen de duur van preventieve trombosebehandelingen op basis van het soort ingreep en hoe goed de patiënt kan bewegen. De richtlijn Antitrombotisch beleid adviseert preventieve behandeling tot 35 dagen na ingrepen met een hoog tromboserisico. Voor het stoppen van de tromboseprofylaxe is het belangrijk dat de patiënt weer voldoende kan bewegen. In dit geval kon de man na zes weken spuiten van dalteparine onvoldoende bewegen en had symptomen die kunnen wijzen op trombose. De arts legde dit vast in het dossier van de man, maar liet hem zonder verdere trombosebehandeling naar huis gaan.
Aanbevelingen
Voor voorschrijvers in het ziekenhuis
Stop de preventieve behandeling met antitrombotische middelen na een ingreep alleen als de patiënt voldoende kan bewegen en wees alert op tekenen van trombose.