Zorgverzekeraars willen een stapsgewijze inkoop van protonentherapie, te beginnen met één centrum in Nederland. De keuze voor het centrum wordt gemaakt op basis van gezamenlijke, transparante en objectieve criteria. Zorgverzekeraars hebben de verantwoordelijkheid om de doelmatigheid in de zorg te verhogen.
Door het contracteren van één protonencentrum in Nederland en het inkopen van protonentherapie in het buitenland, voldoen zorgverzekeraars aan hun zorgplicht, zonder de beheersing van de kosten uit het oog te verliezen. Zorgverzekeraars leggen hun voornemen eerst voor aan de Autoriteit Consument & Markt (ACM).
Het bouwen van een protonencentrum is een dure investering. Er bestaat grote onzekerheid over het aantal patiënten met een indicatie voor protonentherapie. In het buitenland hebben centra momenteel continuïteitsproblemen door het uitblijven van verwijzingen. Zorgverzekeraars vinden het daarom belangrijk voorzichtig te zijn met het contracteren van centra in Nederland. Wél vinden ze het van belang dat de zorg beschikbaar is voor hun verzekerden. Door tevens zorg in het buitenland te contracteren – waarvan verzekerden nu ook gebruik maken – is er voldoende zorg als dat nodig is.
Objectieve criteria
Minister Schippers (VWS) heeft vorig jaar vier vergunningen voor centra voor protonentherapie afgegeven (Groningen, Amsterdam, Maastricht en Delft). De vier centra tonen een grote variatie bij de kwantificering van de kosten en baseren dit op verschillende aannames. Het geven van een goed oordeel op basis van deze informatie is lastig. Door het opstellen van gezamenlijke, transparante en objectieve criteria kunnen zorgverzekeraars de financiële informatie beter vergelijken. Vanuit mededingingsperspectief maken zorgverzekeraars deze criteria vooraf duidelijk bekend aan alle vier de protonencentra. Bovendien leggen zij eerst aan de ACM voor of zij op deze manier gezamenlijk mogen komen tot de keuze voor één centrum. Daarnaast vinden zorgverzekeraars het belangrijk dat het te kiezen centrum protonentherapie aanbiedt voor alle indicatiegebieden waarvan Zorginstituut Nederland heeft vastgesteld dat het verzekerde zorg is.
Kwaliteit van zorg
Protonentherapie is een vorm van radiotherapie die wordt toegepast bij enkele specifieke vormen van kanker, vaak bij kinderen. Voor een aantal indicaties – de zogenaamde standaardindicaties – is (inter)nationaal een grote mate van consensus over de effectiviteit van de behandeling met protonen. De klinische meerwaarde van protonentherapie voor overige indicaties – de zogenaamde model-based indicaties – is nauwelijks wetenschappelijk bewezen. De contracteerroute die zorgverzekeraars nu volgen biedt de mogelijkheid om ervaring in Nederland op te bouwen en met goede dataregistratie te starten. Op deze wijze kunnen zorgverzekeraars de kwaliteit van protonentherapie monitoren en de model-based indicaties verder onderzoeken. Ook willen zorgverzekeraars dat het centrum in Nederland actief kennis en ervaring uitwisselt met de reeds bestaande centra in het buitenland.
Zorgverzekeraars baseren hun keuze voor de contractering van protonentherapie onder meer op het adviesrapport dat Ecorys in opdracht van ZN heeft gemaakt met als titel ‘Protonentherapie – een afgewogen keuze van de zorginkoop’.