Voor het afhandelen van geneesmiddelinteracties zijn vaak meerdere opties beschikbaar, bijvoorbeeld vervanging van een middel, dosisaanpassing, of extra monitoring. Aanbevelingen voor het afhandelen van geneesmiddelinteracties worden over het algemeen gebaseerd op het principe van evidence based medicine. Daarbij staat meestal de afweging van klinische voor- en nadelen centraal.
Een dergelijke afweging is voor de afhandeling van geneesmiddelinteracties lastig, omdat altijd meerdere geneesmiddelen betrokken zijn en er vaak weinig bewijs is om de afhandelopties te onderbouwen.
Gezien het belang van gedeelde besluitvorming moet bovendien het perspectief van de patiënt in de afweging worden betrokken. Dit geldt zowel voor het opstellen van aanbevelingen voor interactieafhandeling als voor het daadwerkelijke afhandelen van interacties op het niveau van een individuele patiënt.
In de huidige praktijk wordt het perspectief van de patiënt vaak niet expliciet meegewogen terwijl variatie in voorkeuren wel wordt verwacht. Om gezamenlijke besluitvorming te faciliteren is het van belang om inzicht te hebben in potentieel verschillende patiëntperspectieven. Ook is inzicht in het patiëntperspectief ten opzichte van het zorgverlenersperspectief van belang.
Daarom worden in deze studie de voorkeuren van patiënten en apothekers bij het afhandelen van geneesmiddelinteracties onderzocht.
Lees verder op de website van het Nederlands Platform voor Farmaceutisch Onderzoek.