Wanneer vitaminen en mineralen uit het basispakket gaan, geeft dat onnodige bijwerkingen en gezondheidsschade bij vooral oudere en chronische patiënten. Dat stelt de apothekersorganisatie KNMP in reactie op de discussie in de Tweede Kamer over het conceptadvies van Zorginstituut Nederland (ZINL). ZINL stelt voor om diverse receptplichtige vitaminen, mineralen en ook paracetamol van 1000 mg niet langer op te nemen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). De KNMP wil hierover in overleg treden met ZINL.
De apothekersorganisatie heeft de volgende bezwaren tegen dit conceptadvies van ZINL:
– Het gaat om middelen die bewezen effectief zijn en opgenomen in richtlijnen van huisartsen en medisch specialisten. Artsen schrijven ze voor aan chronische patiënten met aandoeningen als nierfalen en reuma. Het uit het pakket halen van deze middelen leidt bij deze patiënten tot een stapeling van kosten bovenop het eigen risico. Vooral ouderen worden benadeeld. Meer dan de helft van de 1,7 miljoen gebruikers is 65-plus, en 44 procent is 75 of ouder.
– Sommige van de bewuste middelen kunnen, bij hoge doseringen of langdurig gebruik, serieuze wisselwerkingen of ernstige bijwerkingen geven. Het is van belang dat de apotheker bij deze middelen medicatiebewaking uitvoert. Als de patiënt buiten het zicht van de arts en de apotheker middelen betrekt, ontbreekt elke controle hierop. Bovendien betreft dit in veel gevallen patiënten die hun geneesmiddelen in weekdosering (Baxter of medicatierol) krijgen, omdat zij anders hun geneesmiddelengebruik niet zelfstandig kunnen managen. Als deze patiënten de middelen buiten de apotheek betrekken is dat funest voor de therapietrouw en het goed gebruik bij deze groep.
– Vitaminen en mineralen zijn goedkope preventieve middelen. Als de middelen niet trouw gebruikt worden, kan dit ernstige effecten hebben, zoals botbreuken door botontkalking. De gevolgen voor de patiënt en de kosten voor de maatschappij zijn dan vele malen nadeliger. We hebben gezien dat het preventief gebruik van maagzuurremmers zorgwekkend afnam toen deze niet altijd meer werden vergoed.
– Het argument dat deze middelen goedkoop zijn en dat de patiënt ze dus zelf kan aanschaffen, vindt de KNMP een gevaarlijke stellingname. Allereerst staat de prijs van het middel los van de zorgvuldigheid waarmee je met deze receptplichtige middelen moet omgaan. Daarbij geldt dat driekwart van alle voorgeschreven geneesmiddelen in Nederland circa 2 euro per maand kost. Dat is geen reden ze uit het pakket te schrappen en de patiënt de noodzakelijke begeleiding en medicatiebewaking door arts en apotheker te ontzeggen.
– ZINL ontregelt met dit advies het huidige systeem, waarbij de apotheker ongeacht de prijs van het geneesmiddel een vaste met de verzekeraar overeengekomen receptregelvergoeding krijgt. Door goedkope middelen uit het GVS te halen, verzwakt dit het fundament onder het huidige systeem en zou de receptregelvergoeding bij duurdere geneesmiddelen omhoog moeten. Het verstoort bovendien het proces van de reeds gemaakte afspraken met verzekeraars.
Directeur Léon Tinke van de KNMP: ‘We dringen erop aan dat het Zorginstituut dit conceptadvies heroverweegt. Wat lijkt op een bezuiniging zal in deze vorm juist tot extra kosten leiden. De patiënt is gebaat bij een deskundig en verstandig gebruik van dit soort middelen. De apotheker kan hem daarin begeleiden.’