Nefarma is ernstig bezorgd over het verslechterende klimaat voor goed medisch-wetenschappelijk geneesmiddelenonderzoek in ons land. De branchevereniging roept de politiek in een brief op de goede uitgangspositie van Nederland als kennisland niet verloren te laten gaan.
Nefarma vindt dat de politiek vooralsnog ‘lauw’ reageert op de mogelijke gevolgen van enkele grote voorgenomen fusies in de farmaceutische industrie. Bedrijfsleidingen heroriënteren zich in zo’n proces vanzelfsprekend ook op hun vestigingsplaatsen. Dat kan bundeling en verplaatsing van onderzoeksactiviteiten en wetenschappers tot gevolg hebben. Dat goedkeuringsprocedures voor geneesmiddelenonderzoek in Nederland vergeleken met andere landen traag en stroperig verlopen, werkt dan niet in ons voordeel.
In een brief aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid schrijft Nefarma dat een negatief oordeel over Nederland grote consequenties kan hebben. Niet alleen voor onze internationale reputatie als vooraanstaand onderzoeksland op het gebied van gezondheidszorg, maar in het verlengde daarvan ook voor de economie. Er wordt dan immers minder geïnvesteerd en het kan bovendien arbeidsplaatsen kosten.
In dezelfde brief gaat Nefarma in op een recent rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) over fase IV-onderzoek. Dat rapport wekt ten onrechte de indruk dat dergelijk onderzoek, dat plaatsvindt nadat een geneesmiddel op de markt is gebracht, in alle gevallen met marketingdoeleinden wordt uitgevoerd. “Een omvangrijk deel van het fase IV-onderzoek betreft onderzoek naar de (bij)werkingen en doelmatigheid van geneesmiddelen in het dagelijks gebruikâ€, schrijft Nefarma. “De resultaten daarvan zijn zeer zinvol en van grote betekenis voor de gezondheidszorg.â€
In de brief kondigt Nefarma aan dat in samenspraak met deskundigen uit het zorgveld heldere criteria en goede toetsingsmogelijkheden zijn ontwikkeld, die komende maand hun beslag krijgen. De branche vraagt de politiek zorgvuldig te zijn in haar beoordeling van de verschillende vormen van fase IV-onderzoek.
De Tweede Kamer vergadert op 25 juni met minister Klink over het geneesmiddelenbeleid.