Om in te kunnen spelen op e-ontwikkelingen is het belangrijk dat de informatievoorziening van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) meebeweegt. Tijdens de eDag op 23 februari 2017 presenteerde het CBG zijn toekomstvisie (I-visie) en wat dit betekent voor de farmaceutische industrie. Ook stond deze dag in het teken van kennisuitwisseling en samenwerking.
Joris Kampmeijer, manager van het Programmabureau Bedrijfsvoering, trapte de ochtend af met een presentatie over de visie van het CBG op vraagstukken rond informatievoorziening. Van belang is dat alle betrokkenen binnen het CBG en daarbuiten optimale ondersteuning krijgen bij het gehele registratieproces: van aanleveren en verwerken tot aan het uitwisselen en delen van informatie.
Jan Willem de Jong van het Programmabureau Bedrijfsvoering legde de ontwikkelingen rondom ‘CESP met 1 S’ en ‘CESSP met 2 SSen’ uit en vertelde wat dit betekent voor de ontwikkeling van een digitaal selfservice portaal voor farmaceutische bedrijven. De focus van het CBG ligt hier op Automatic Case Creation.
Stan van Belkum, Adjunct-directeur, gaf de deelnemers inzicht in de EU Telematics Strategy beyond 2017. Daardoor werd duidelijk hoe de Europese visie en de CBG-visie zich tot elkaar verhouden. Gezamenlijke uitgangspunten zijn lastenverlichting, het efficiënter uitwisselen van informatie, en systemen die volledig interoperabel zijn op Europees niveau.
Informatiemanager Ricco van der Hoorn nam de deelnemers mee in de ontwikkelingen rondom eCTD en VNeeS, wat farmaceutische bedrijven kunnen verwachten en wat de consequenties voor hen zijn. Op 1 juni 2017 start het CBG met de technische validatie van elektronische indieningen. Vanaf die datum accepteert het CBG uitsluitend eSubmissions die voldoen aan de eCTD-standaard.
Nanneke Hendricks, hoofd van het programma Goed gebruik van geneesmiddelen, sloot de eDag af met een presentatie over de ontsluiting van geneesmiddeleninformatie aan patiënten en zorgverleners ter bevordering van goed gebruik. Het CBG bouwt aan een omgeving waar bijsluiters en SmPC’s doorzoekbaar en navigeerbaar zijn, informatie herbruikbaar is, en waar wijzigingen in de productinformatie inzichtelijk zijn.