Naar aanleiding van een recente publicatie in the American Journal of Psychiatry (AJP), concludeert het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) dat de afweging werkzaamheid/risico van methylfenidaat bevattende producten voor de behandeling van ADHD, onveranderd positief is.
In genoemde Amerikaanse studie, wordt een verband gesuggereerd tussen het onverwacht overlijden van kinderen en gebruik van stimulantia. In deze studie werd het gebruik van stimulantia nagegaan in een groep van 564 kinderen die plotseling waren overleden. De doodsoorzaak was of onbekend, onverklaard of een gevolg van hartritmestoornissen. Het aantal kinderen dat stimulantia gebruikte werd vergeleken met het stimulantia gebruik in een groep van 564 kinderend die overleden waren als passagier bij verkeersongelukken. De leeftijd van de kinderen varieerde van 7 tot 19 jaar.
Tien van de 564 kinderen die plotseling waren overleden, hadden stimulantia gebruikt vergeleken met twee van de 564 kinderen die overleden tengevolge van een verkeersongeluk. Echter gezien methodologische bezwaren van de studie, zijn andere verklaringen voor de resultaten niet uit te sluiten. Hierdoor laten de studieresultaten dan ook geen eenduidige conclusie toe.
Eerder dit jaar (2009) heeft de Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP), waarin het CBG vertegenwoordigd is, de veiligheid van methylfenidaat herbeoordeeld naar aanleiding van meldingen van cardiovasculaire bijwerkingen. De conclusie was dat, bij juist gebruik, de balans werkzaamheid en veiligheid van methylfenidaat voor de behandeling van ADHD positief is. Wel moeten patiënten, om mogelijke cardiovasculaire problemen te voorkomen, voor gebruik op cardiovasculair risicofactoren gescreend worden. Gedurende de behandeling dient de bloeddruk en hartfrequentie regelmatig gecontroleerd te worden.
Het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb ontving geen meldingen van plots overlijden door een cardiale oorzaak.