Als apothekers de samenwerking in de eerste lijn meer opzoeken, draagt dat bij aan goede kwaliteit van zorg. Dit zei minister Bruins van Medische Zorg en Sport tijdens de laatste StiPCO-dag op donderdag 27 september 2018 in Rotterdam. Zo’n 150 apothekers waren aanwezig bij de toespraak van de minister en de discussie die daarop volgde.
Farmabuddy
Bruins noemde als goed voorbeeld Farmabuddy, waarbij een lid van het apotheekteam fungeert als aanspreekpunt voor de patiënt. ‘Dat geeft mij een heel goed gevoel, ik kan me voorstellen dat dat patiënten en mantelzorgers veel helpt.’ Verder vond de minister dat de apotheker ook in de maatschappij en in werkgroepen zichtbaarder mag zijn.
Via het StiPCO-programma, dat sinds 2016 loopt, subsidieert het ministerie van VWS scholing die de openbaar apotheker verder opleidt als zorgverlener in de driehoek apotheker-huisarts-wijkverpleegkundige. Ook de Farmabuddycursussen ontvingen StiPCO-subsidie. De vier StiPCO-dagen, verspreid door het land tussen 18 en 27 september, gaven apothekers een doorsnee van het scholingsaanbod binnen het programma.
Discussie
KNMP-voorzitter Gerben Klein Nulent zei al toen hij de minister welkom heette: ‘Apothekers zijn hot.’ Geneesmiddelentekorten, valsartan, een dag eerder bij Nieuwsuur nog het afbouwschema antidepressiva: het komt allemaal langs in de media. Nadat Bruins de zaal uitdrukkelijk uitnodigde met hem de discussie aan te gaan, kwam het onderwerp al snel op de tekorten. Een apotheker nodigde de minister uit om bij haar in de apotheek te komen kijken, waar veel laatjes leeg zijn. Over de oorzaak van die lege laatjes werden apothekers en Bruins het niet direct eens. De minister zegde wel toe de apotheek te komen bezoeken. Ook benadrukte hij dat hij blijft openstaan voor discussie: ‘Als u een klant zoekt voor de volgende StiPCO-dagen, ben ik bereid.’