Jicht is pijnlijk en is de meest voorkomende gewrichtsontsteking. 90% van de patiënten is goed te behandelen met medicijnen. Toch wordt deze ziekte verwaarloosd, meent reumatoloog dr. Tim Jansen van VieCuri, Medisch Centrum Noord Limburg.
Hij ziet jichtpatiënten vaak pas na jaren voor het eerst, als ze te kampen krijgen met een toenemend aantal jichtaanvallen. Met optimale inzet van de huidige behandelopties zijn deze patiënten veelal goed in te stellen, volgens de reumatoloog.
Ook wijst hij erop dat onbehandeld jicht ernstige gevolgen kan hebben op langere termijn. “En een acute jichtaanval is voor een patiënt zeer pijnlijk en heeft daarom een enorme invloed op zijn/haar leven.” Door de vergrijzing, bepaalde geneesmiddelen en leefgewoontes is het aantal mensen met jichtklachten de laatste jaren enorm toegenomen. Niet alleen oudere, maar ook jonge mannen kunnen de ziekte al vroeg ontwikkelen.
Tim Jansen: “Het is belangrijk dat de huisarts de patiënt met jicht op tijd herkent, adequaat behandelt en zo nodig doorverwijst en goed blijft begeleiden. Anders loopt de patiënt het risico op toename van acute jichtaanvallen en permanente schade aan botten en gewrichten, plus nier- en hartproblemen.”
Sinds Adenuric® (febuxostat) wordt vergoed, door opname in het GVS, zijn de behandelingsmogelijkheden nu uitgebreid voor patiënten waarvoor de huidige behandeling met allopurinol niet (meer) werkt.
Onderstaande stappen zijn van belang om het optreden van jichtaanvallen te verminderen en daardoor de kwaliteit van leven van de patiënt te verbeteren, lange termijn schade te voorkomen en de zorg efficiënter te maken.
1. Betere begeleiding van de patiënt bij jichtklachten in de eerste lijn door de patiënt te infomeren over wat hij zelf kan bijdragen om aanvallen te verminderen of te voorkomen.
2. Bij herhaalde acute aanvallen, het instellen van uraatverlagende medicatie om verdere aanvallen te voorkomen cf. richtlijn jicht.
3. Regelmatig controle van urinezuur in bloed, ook gedurende behandeling eenmaal per jaar (streefwaarde is ≤ 0,36mmol/l; bij topheuze stapeling zelfs <0,30 mmol/l).
4. Behandeling instellen en deze aanpassen op basis van de urinezuurwaarde van het bloed bij onvoldoende of geen respons (als de urinezuurwaarde > 0,36 mmol/l blijft).
5. Doorverwijzen van patiënten naar de reumatoloog als ondanks behandeling de acute aanvallen blijven plaatsvinden of jichtklachten blijven.
Kijk voor meer informatie op www.adenuric.nl en op de website van de Nederlandse Vereniging voor Jichtpatiënten.