Griepprik tijdens de zwangerschap

Het griepseizoen staat weer voor de deur. Regelmatig wordt de vraag gesteld of zwangere vrouwen de griepprik mogen hebben.

De griepprik wordt jaarlijks gegeven aan mensen met een verhoogd risico op een ernstig beloop van de griep en aan hulpverleners die beroepsmatig veel in contact komen met deze mensen. Risicogroepen zijn mensen met suikerziekte, long-, hart- of nieraandoeningen of met een verlaagde weerstand door ziekte of geneesmiddelgebruik.

In Nederland worden zwangere vrouwen niet gezien als risicogroep, dit in tegenstelling tot het buitenland. In veel landen, waaronder Amerika en Engeland, wordt geadviseerd ook zwangere vrouwen te vaccineren.

Uit ervaring en onderzoek blijkt, dat bij mensen die tot een risicogroep behoren, de griep ernstiger kan verlopen. Verder blijkt dat het risico op een ernstiger verloop groter is in de zwangerschap. Veranderingen in het immuunsysteem, het hart en de longen zijn hiervan waarschijnlijk de oorzaak. Het risico neemt toe met de duur van de zwangerschap. Naast een ernstiger beloop van de griep, neemt het risico op zwangerschapscomplicaties als vroeggeboorte toe. Daarom is het belangrijk griep in de zwangerschap te voorkomen. Om dit risico te verkleinen, kan de griepprik gegeven worden.

Al tientallen jaren is er wereldwijd ervaring met het geven van de griepprik aan zwangeren. Er zijn geen aanwijzingen dat de griepprik nadelige gevolgen heeft voor de zwangerschap of een verhoogd risico geeft op aangeboren afwijkingen. Het is dan ook belangrijk dat zwangere vrouwen behorend tot de risicogroepen de griepprik krijgen. Het kan in elk trimester worden gegeven.

Meer informatie over de griepprik tijdens de zwangerschap
– Lareb: Factsheet Griepprik (pdf)