Het hoofdartikel in het februari-nummer 2016 van het Geneesmiddelenbulletin gaat over de behandeling van chronisch obstructieve longziekte (COPD) met combinatiepreparaten van luchtwegverwijders.
In de laatste vijf jaar is een aantal nieuwe luchtwegverwijders voor de behandeling van chronische obstructieve longziekte (COPD) op de markt gekomen: aclidinium, glycopyrronium en umeclidinium, en indacaterol en olodaterol (vilanterol is alleen in een combinatiepreparaat beschikbaar). Deze zijn als afzonderlijk middel in het Geneesmiddelenbulletin beoordeeld als geneesmiddelen zonder toegevoegde waarde.
Thans zijn deze middelen in combinatiepreparaten op de markt gekomen voor de behandeling van ernstiger vormen van COPD (aclidinium/formoterol (Duaklir), indacaterol/glycopyrronium (Ultibro), tiotropium/olodaterol (Spiolto) en umeclidinium/vilanterol (Anoro). Er wordt veel reclame voor gemaakt, met name dat twee middelen samen beter werken dan twee afzonderlijke middelen (additie en synergisme).
Uit de gepubliceerde onderzoeken wordt geconcludeerd dat er geen bewijs is geleverd dat dit inderdaad het geval is. Er is geen meerwaarde aangetoond wat betreft het verminderen van exacerbaties en ook op andere eindpunten is geen meerwaarde aangetoond. Bovendien zijn de onderzoeken van een matige methodologische kwaliteit. Derhalve dient te worden geconcludeerd dat de introductie van de verschillende combinatiepreparaten ten opzichte van de monotherapie geen therapeutische vooruitgang betekent, dat ze geen toegevoegde waarde hebben ten opzichte van de bestaande behandeling en dat ze dus geen plaats verdienen bij de behandeling van ernstiger vormen van COPD.
In de prikbordrubriek Nieuwe onderzoeken wordt sitagliptine (Januvia®), een oraal bloedglucoseverlagend geneesmiddel voor de behandeling van patiënten met diabetes mellitus type 2, besproken. In een drie jaar durend onderzoek is het middel wat betreft de cardiovasculaire veiligheid vergeleken met placebo en het middel bleek niet slechter dan placebo. De registratieautoriteiten eisen van de middelen voor diabetes mellitus dat ze veilig zijn, maar het is een raadsel waarom ze genoegen nemen met dergelijk onderzoek. Als er twijfels zijn over de veiligheid van een middel dan dient het te worden onderzocht in een direct vergelijkend onderzoek met de standaardbehandeling van dat moment in een onderzoek waarmee superioriteit kan worden aangetoond.
In de rubriek Promotionele activiteiten wordt aandacht besteed aan Tien mythen over de farmaceutische industrie die door de Deense internist en hoogleraar Peter Gøtzsche zijn opgesteld in zijn boek ’Deadly medicines and organised crime’. De farmaceutische industrie betaalt de nascholing van medici omdat de overheid dit nalaat, is mythe 10. Dit beeld staat ver af van de realiteit waarin bij de fabrikanten winstoogmerken centraal staan en niet vrijgevigheid. Mythe 10 zou beter kunnen worden omschreven als: De farmaceutische industrie betaalt de nascholing van medici omdat dat de verkoop van hun producten bevordert. Hiermee wordt deze serie van 10 mythen afgesloten. Op het symposium van het Geneesmiddelenbulletin op 30 juni a.s. zal verder op deze zaken worden ingegaan.
Ten slotte wordt in de rubriek Website van de maand de website www.borstkanker.nl besproken. De vereniging van patiënten met borstkanker voert actie om de vergoeding van pertuzumab voor de behandeling van borstkanker te handhaven, maar verzuimen te vermelden dat hun vereniging wordt gesponsord door de fabrikant Roche, die tevens de producent is van pertuzumab.