In de eerste drie maanden van 2009 hebben zorgverzekeraars en apotheekhoudenden de eerste aanvullende contractafspraken gemaakt over de inhoud en kwaliteit van farmaceutische zorg. Dat blijkt uit de monitor Contractering Farmacie 2009 waarin de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de eerste ervaringen met het flexibele tarief voor farmaceutische zorg in kaart heeft gebracht. De NZa kwalificeert de bewegingen op de markt als positief, gezien de late bekendmaking van het flexibele tarief en de korte periode tussen de bekendmaking en de invoering ervan.
In december vorig jaar stelde de NZa een flexibel maximumtarief voor farmaceutische zorg vast om zo ruimte te bieden voor differentiatie in kwaliteit en zorgverlening en voor innovatie in de zorg. Het flexibel tarief is een overgangssituatie naar de beoogde vrije marktsituatie per 1 januari 2011.
De NZa onderzocht in de monitor in hoeverre apotheekhoudenden en zorgverzekeraars gebruik hebben gemaakt van het flexibel tarief en de gevolgen daarvan voor de belangen van de consument. Gebleken is dat in er in het eerste kwartaal van dit jaar 26 aanvullende contracten zijn afgesproken met een hogere receptregelvergoeding dan de gemiddelde € 7,28. De aanvullende voorwaarden in de contracten richten zich met name op een minimum receptregels, doelmatigheid, het bieden van extra service en overige voorwaarden, waaronder het zichtbaar plaatsen van folders van de zorgverzekeraar. Ook zijn er twee contracten gesloten met internetapotheken tegen een lager tarief.
Hoewel het aantal daadwerkelijk gesloten contracten laag te noemen is, is de NZa positief over de bewegingen op de markt. De gesloten overeenkomsten duiden op een groeiend besef van der veranderende zorgmarkt en van de behoefte om te werken aan verbetering van de belangen van de consumenten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Tot op heden heeft de NZa geen signalen ontvangen over veranderingen in de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van farmaceutische zorg.
Marktpartijen noemen in de monitor diverse redenen voor het beperkt afsluiten van aanvullende contracten. Zo is nog altijd sprake van een gebrekkig onderling vertrouwen en lopen de verwachtingen over de manier van onderhandelen sterk uiteen. Zorgverzekeraars voeren een zekere mate van universeel contracteerbeleid, terwijl apotheekhoudenden verwachten individuele onderhandelingen te voeren. Partijen dichten elkaar daarnaast marktmacht toe en ervaren hun onderhandelingspositie als niet gelijkwaardig. De late berichtgeving van de NZa over de mogelijkheden van het flexibele tarief waardoor partijen niet waren voorbereid op het voeren van onderhandelingen en het ontbreken van een eenduidige onderhandelingstaal wordt eveneens als een belemmering ervaren.
De verwachting is dat de door marktpartijen genoemde belemmeringen volgend jaar grotendeels zullen zijn opgelost. Om de ontwikkelingen en de eventuele gevolgen daarvan voor de consument te kunnen volgen, voert de NZa volgend jaar een nieuwe monitor farmacie uit.
Wie het rapport leest kan opnieuw concluderen dat de NZA buitengewoon originele conclusies weet te bedenken op basis van op zich heldere onderzoekscijfers.
De NZA ziet het als positief dat er toch relatief veel contracten zijn afgesloten. Daar waar eerder duidelijk wordt dat veel apothekers tekenen bij het kruisje om in ieder geval met de dominante zorgverzekeraar een contract te hebben wordt dit door de NZA moeiteloos omgeturnd tot een positief signaal.
Slechts 26 contracten met aanvullende voorwaarden zijn getekend, en dat op een totaal van minimaal 10.000 mogelijke overeenkomsten. Chapeau.
De NZA spreekt de verwachting uit dat volgend jaar de grootste problemen zijn opgelost. Volkomen onduidelijk blijft waarop dit is gebaseerd.
Uit de cijfers blijkt dat 90% van de apotheekhoudenenden (zeer) ontevreden is met de manier van onderhandelen van de zorgverzekeraars, het onderling wantrouwen spat van alle pagina’s (en dat is er met de recente UVIT actie echt niet beter op geworden) en van de 254 voorstellen die door apotheekhoudenden zijn gedaan is er exact 1 (één) gehonoreerd.Er zijn door geïnterviewde apothekers 330 verzoeken tot een gesprek gedaan aan zorgverzekeraars, daarvan is op een derde helemaal niet gereageerd en 20% is niet bereid in gesprek te gaan.
Nee, met zo’n toezichthouder krijg je als apotheker echt vertrouwen in de toekomst, zeker nu de rechter ook nog eens heeft bekrachtigd dat de NZA zijn beleid best mag baseren op aannames. Met de aanname dat alle problemen volgend jaar zijn opgelost gaan we gewoon door op de ingeslagen weg en is er over twee jaar geen (zelfstandige) apotheek meer over.