Biosimilars en generieke geneesmiddelen creëren financiële ruimte voor nieuwe geneesmiddelen

By | 10/07/2015

In het rapport ‘Basispakket zorgverzekering; Uitgavenbeheersing in de zorg deel 3 van de Algemene rekenkamer‘ wordt aangegeven dat na patentafloop de introductie van generieke geneesmiddelen en biosimilars en het inkoopbeleid van zorgverzekeraars hebben geleid tot een onderschrijding van de Zvw-uitgaven geneesmiddelen in 2013 van € 1.239 miljoen. Geld dat (deels) zou kunnen worden ingezet voor de financiering van nieuwe geneesmiddelen.

Ook de komende jaren gaan veel voorgeschreven geneesmiddelen uit patent. Snelle omzetting naar Biosimilars en generieke geneesmiddelen kan weer leiden tot extra financiële ruimte voor het vergoeden van nieuwe geneesmiddelen. Artsen- en patiëntenorganisaties hebben een belangrijke rol bij de acceptatie van deze omzetting (aanbeveling 9 NZa).

Bogin is het eens dat het pakketbeheer (aanbeveling 1 NZa) scherper kan. Geneesmiddelen kunnen in Nederland vallen onder de extramurale farmaceutische zorg (opname in het Geneesmiddelen-vergoedingssysteem (GVS)) of deel uitmaken van de intramurale geneeskundige zorg, zoals medisch specialisten bieden. Indien het een geneesmiddel betreft dat de minister wil opnemen in het GVS, wordt in alle gevallen aan het Zorginstituut Nederland (ZiN) gevraagd hierover advies uit te brengen. Indien het ZiN positief adviseert en de minister deelt deze conclusie, zal zij het middel opnemen in het GVS. Vanaf dat moment komt het middel voor vergoeding in aanmerking. Dit is een gesloten systeem.

Indien er sprake is van een specialistisch geneesmiddel, stroomt het geneesmiddel op het moment van toelating tot de Europese markt ‘automatisch’ in de basisverzekering, mits de behandeling voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk. Een voordeel van opname van geneesmiddelen in de extramurale farmaceutische zorg (GVS) is dat het niet automatisch instroomt in de basisverzekering en dat het ook valt onder de reikwijdte van de Wet Geneesmiddelenprijzen (aanbeveling 5 NZa). De overheid heeft zo meer controle over de prijs (aanbeveling 8 NZa), vergoedingstatus en een betere onderhandelingspositie. Een nadeel zou kunnen zijn dat het geneesmiddel later ter beschikking komt voor patiënten.

Bogin adviseert te kiezen voor één systeem voor intra- en extramurale farmaceutische zorg met de kenmerken die nu worden gehanteerd in het GVS.

Ook kan Bogin zich vinden in (aanbeveling 2 NZa) dat er scherper kan worden ingekocht, maar is geen voorstander van centrale inkoop door de Nederlandse overheid, al dan niet in samenwerking met andere landen in Europa. Centrale inkoop zal leiden tot verschraling van het aanbod van leveranciers. Een competitieve markt met meerdere aanbieders van gelijkwaardige producten is de beste garantie voor scherpe prijzen.

Bogin onderschrijft (aanbeveling 7 NZa) het om op Europees niveau het huidige weesgeneesmiddelenbeleid te evalueren. De octrooi-/patentbescherming, tienjarige marktexclusiviteit, subsidies en lagere registratiekosten hebben als bijwerking dat concurrentie vrijwel onmogelijk is. Na de beschermingsperiode komen er vaak geen alternatieve geneesmiddelen op de markt.

Author: Bogin

De Bond van de Generieke Geneesmiddelenindustrie Nederland (Bogin) is de belangenorganisatie van generieke geneesmiddelenfabrikanten. De Bogin is opgericht in 1987 en is de spreekbuis van haar leden (fabrikanten). Daarnaast vertegenwoordigen ze hun leden in platforms en netwerken (overleg met ministeries, beroepsorganisaties, bestuursorganen). Bogin stimuleert kwaliteitssystemen en gedragscodes en houdt zich bezig met het bevorderen van de marktpositie van haar leden. Daarbij richten ze zich onder meer op het stimuleren van marktwerking en het beïnvloeden van nationale en Europese regelgeving.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *